Mens- en wereldbeeld

Wat je aandacht geeft, groeit.

Bij Agenda 2029 denken we dat de tijd is aangebroken dat wij mensen onze vleugels gaan uitslaan. We hoeven niet langer te overleven, maar we mogen gaan leven. Tevens gaan wij ervan uit, dat wij dit kunnen doen zónder de aarde schade toe te brengen. Sterker nog, ook de aarde mag ten volste gaan floreren. En wij mensen kunnen daar een constructieve rol in oppakken.

 

Met andere woorden, wij mogen het potentieel dat wij hebben gaan erkennen en gaan realiseren. Zodoende hebben wij 16 Realise Potential Goals opgesteld. Elk doel zet een stipje op de horizon. Zoals Albert Einstein ooit zei, je kan problemen niet oplossen vanuit hetzelfde denken waaruit het probleem is ontstaan. Daarom kijken wij naar het onderliggende mens- en wereldbeeld van de uitdagingen van deze tijd. Het is immers aan iedereen zelf aan welk wereldbeeld en welk mensbeeld je aandacht geeft. En wat je aandacht geeft groeit. Het is dan wel belangrijk dat we bewust de keuze kunnen maken waar we ons op richten. Zodoende schijnen wij hier licht op.

Mens als krachtig, bezield en scheppend wezen.

Wij zien de mens als een in essentie krachtig, bezield en scheppend wezen. Die met een levensmissie op aarde is gekomen en in verbinding staat met alles wat leeft. Dit wezen gedijt het beste in een omgeving met verwondering, de zucht naar ontwikkeling en inspiratie als drijfveer. De wereld zien we als een prachtige en in essentie overvloedige planeet, waar we in harmonie kunnen leven met zowel elkaar, dieren, planten als al het andere wat leeft. Aangezien er in essentie geen schaarste is, hoeven we ook niet per se in concurrentie met elkander te leven, maar kan dat ook in symbiose en daaruit voorvloeiende coöperatie. Dit geldt voor alle levende wezens op de planeet aarde. Een ander belangrijk aspect van ons wereldbeeld is dat we alle facetten van het leven zien als iets inherent waardigs. Zodoende mag al het leven met eerbied behandeld en mee omgegaan worden.

Dit bovenstaande in tegenstelling tot het mensbeeld van een louter consumerend wezen. Wat in gescheidenheid leeft en zodoende gefocust is op zoveel mogelijk krijgen in plaats van geven. En wat angst als drijfveer nodig heeft om iets te ondernemen. Wat tevens in een wereldbeeld staat van schaarste, waar we in concurrentie met elkaar moeten leven omdat er niet genoeg is. Mede vanwege de gescheidenheid, is het in staat om zijn soortgenoten uit te buiten en de planeet uit te putten. De natuur is niet inherent waardig, maar slechts instrumenteel.

Ons inziens heeft dit mens- en wereldbeeld zijn functie gehad en is het nu tijd voor vernieuwing. Er hoeft niks te komen wat er nog niet is. Er kan slechts erkend worden wat er in werkelijkheid is. Tevens mag onze collectieve toewijding als soort gaan verschuiven. Van onze toewijding aan louter woekerende groei naar de toewijding aan volledige ontwikkeling en uitkristallisatie. Van onze fixatie op macht en controle naar wederzijds vertrouwen. Van onze focus op overleven, uit angst voor de dood, naar de focus op ten volste gaan leven, uit lust en bewondering voor het leven zelf.